Fiscaliteit
De grote principes :
Sinds de wet van 16 juli 2008, worden de inkomsten uit de overdracht of afstand van auteursrechten en naburige rechten, evenals de inkomsten uit de verplicht wettelijke licenties (reprografierecht, thuiskopie, leenrecht) beschouwd als roerende inkomsten, zolang ze het bedrag van een bepaald maximumbedrag niet overschrijden.
De inkomsten boven dit maximumbedrag kunnen door de fiscus beschouwd worden als professionele inkomsten en zullen dan als zodanig belast worden.
Een roerende voorheffing van 15% wordt ingehouden op de roerende inkomsten.
Deze roerende voorheffing van 15% was in 2008 “bevrijdend“ in hoofde van de begunstigde van de auteursrechten. Anders gezegd, u hoefde deze inkomsten niet op te geven in uw fiscale aangifte.
Dit werd echter in 2012 gewijzigd. Voortaan moet u de auteursrechten opgeven in uw belastingaangifte.
Dit verandert niets aan het bijzondere belastingregime waaronder de auteursrechten vallen maar zal een lichte invloed hebben op uw globaal fiscaal resultaat. De auteursrechten worden mee in rekening gebracht om de gemeentelijke opcentiemen te berekenen.
Het verleden
Circulaire 2014
In 2014 publiceerde de FOD Financiën een circulaire over de kwalificatie van de inkomsten uit de overdracht van naburige rechten en auteursrechten.
Deze circulaire verduidelijkte dat een splitsing mogelijk is tussen auteursrechten en prestatie voor zover dit duidelijk in de overeenkomst tussen partijen staat en er een cessie van de auteursrechten gebeurt ten voordele van de andere partij. Het moet uiteraard om een creatieve activiteit gaan die aanleiding geeft tot auteursrechten.
Ruling 2017
In 2017 sloten de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Nederlandstalige uitgeversbedrijven een akkoord over het aandeel auteursrechten van de freelancejournalisten. De rulingdienst van Financiën heeft dat protocol bevestigd.
Deze ruling stond toe om cessieovereenkomsten sluiten waarvan 50 procent van de globale vergoeding kon aangegeven worden als auteursrechten.
De fiscale hervorming van 2022 :
De fiscale hervorming van de auteursrechten (Wet van 16 december 2022) heeft tot doel om de misbruiken tegen te gaan waarbij vergoedingen onterecht worden gekwalificeerd als auteursrechten.
De maxima die in de initiële wet van 16 juli 2008 worden vermeld, werden niet gewijzigd. Indien u in officiële fiscale documenten het maximumbedrag van € 37.500 leest, waarboven de auteursrechten kunnen worden geherkwalificeerd als beroepsinkomsten, dan dient u er rekening mee te houden dat dit bedrag geïndexeerd werd sinds 2008. Dit maximumbedrag bedraagt in 2023 € 70.220.
De grote lijnen :
Wat voorziet de nieuwe fiscale regeling voor de auteurs journalisten?
De kwalificering als roerende inkomsten is verbonden aan het hebben van een kunstwerkattest. Bij gebreke daarvan (voor de auteurs journalisten), moeten de rechten overgedragen worden in een cessieovereenkomst met het oog op een communicatie aan het publiek of een reproductie.
De nieuwe fiscale regeling is enkel toepasselijk wanneer het ontvangen auteursrecht gepaard gaat met een prestatie.
Uitzondering hierop zijn de auteursrechten die u ontvangt via een beheersvennootschap (o.a. wettelijke licenties zoals reprografie of thuiskopie via JAM). De voorwaarde dat er een prestatie moet zijn geleverd vervalt in dit geval.
Vanaf 1 januari 2023, is er een overgangsregeling tot 1 januari 2025.
De auteursrechten en de beroepsinkomsten ontvangen in het kader van een cessieovereenkomst moeten voortaan volgende verhouding respecteren : 70% beroepsinkomsten en 30% auteursrechten. Dit is zowel van toepassing op werknemers als op zelfstandigen.
De overgangsregeling voorziet dat de ratio 50-50 blijft voor het inkomstenjaar 2023, 60-40 voor het inkomstenjaar 2024 om tenslotte de ratio 70-30 toe te passen voor de inkomsten ontvangen vanaf de 1 januari 2025.
Opgelet : indien het gemiddelde van de ontvangen auteursrechten gedurende de 4 voorgaande jaren het maximum bedrag van € 37.500 overstijgt (geïndexeerd bedrag voor het inkomstenjaar 2023 = € 70.220), dan zal de totale som van de auteursrechten van dat betreffende jaar, integraal belast worden als beroepsinkomsten.
Op de eerste schijf van uw inkomsten bedraagt de forfaitaire aftrek voor beroepskosten 50%. Op de tweede schijf wordt de aftrek beperkt tot 25%. De bedragen van deze schijven worden jaarlijks geïndexeerd.
Hieronder vindt u een praktisch voorbeeld voor het aanslagjaar 2024 (inkomstenjaar 2023).
Schijf 1: tot € 18.720: 50% = forfaitaire aftrek.
Schijf 2: van € 18.720,01 – € 37.450: 25 % = forfaitaire aftrek.
Schijf 3: van € 37.450,01 € tot € 64.070 : 0% = forfaitaire aftrek.
bedragen boven € 37.450 worden mogelijk geherkwalificeerd als beroepsinkomsten.
Voorbeeld: De auteursrechten bedragen bruto € 20.000.
De kosten zijn dan gelijk aan (€ 18.720 x 50%)+ [(€ 20.000 – € 18.720) x 25 %] =
€ 9.680.
De roerende voorheffing bedraagt in dit geval: [(€ 20.000 – € 9.680) x 15%] = € 1.548.
De roerende voorheffing van 15% op auteursrechten gebeurt via de inhouding, door de schuldenaar van de betrokken inkomsten. Dit is uw opdracht- of werkgever. Ook JAM houdt onmiddellijk de roerende voorheffing in en stort het door aan de fiscus.
Geïndexeerde bedragen aanslagjaar 2024– inkomsten 2023
– Maximum bedrag inkomsten uit auteursrechten: € 70.220
– Kostenforfait:
eerste schijf: € 0 – € 18.720 aan 50%
tweede schijf: € 18.720,01 – € 37.450 aan 25%
boven € 37.450 : 0%
SAMENGEVAT :
Auteursrechten die u via JAM ontvangt worden voor 100% als auteursrechten beschouwd.
Deze inkomsten dient u in te vullen in uw belastingaangifte onder de codes:
1123/2123 : bruto bedrag van de auteursrechten
1124/2124: de forfaitaire kosten. Dit bedrag staat niet op uw fiscale fiche en zal u dus zelf moeten berekenen (zie hoger – tot €18.720 is dat 50% van het brutobedrag)
1119/2119 : roerende voorheffing
Ontvangt u ook auteursrechten van een andere bron (uitgever / opdrachtgever) dan geldt voor het aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) de verdeelsleutel 50%-50%.
We raden u aan om contact op te nemen met uw boekhouder om deze inkomsten correct aan te geven.