RSZ-bijdragen op auteursrechten?

Een cassatiearrest van 15 september 2014 oordeelde dat  de maandelijkse forfaitaire vergoeding die een werknemer (bovenop  zijn salaris)  ontvangt voor de overdracht van naburige rechten als loon moet worden beschouwd. Dit betekent dat er RSZ-bijdragen verschuldigd zijn op deze vergoeding.
Je kan het arrest hier nalezen : http://jure.juridat.just.fgov.be/pdfapp/download_blob?idpdf=N-20140915-3.

Dit arrest heeft echter geen gevolgen voor de JAM of andere beheersmaatschappijen die reprografierechten, thuiskopie en leenrecht uitbetalen.
Deze rechten zijn immers geen “loon” maar vloeien voort uit de Auteurswet van 30 juin 1994. Ze worden trouwens niet betaald door de werkgever maar door de invoerders van apparaten die beschermde werken kunnen kopiëren (kopieerapparaten, MP3-spelers, tablets, ..)
Dit arrest is ons inziens evenmin door te trekken naar de zelfstandige journalist.

Het standpunt van de RSZ-administratie valt nu dus af te wachten, zowel voor het verleden (volgt er een regularisatie voor de bijdragen die niet gestort werden?) als voor de toekomst.